1e kwartaal

Inleiding

Voor onze financiële positie kijken we vanaf nu naar drie indicatoren

  1. Het meerjarenperspectief, saldo na eerste kwartaal 2024

Dit is het saldo van onze baten en lasten. Dus alle structurele én incidentele baten minus alle structurele en incidentele lasten. Is het saldo positief, dan storten we dit in de buffer. Is het saldo negatief, dan halen we het tekort uit de buffer.

  1. De buffer

In principe is de buffer bedoeld voor onbekende risico's. De buffer wordt gevuld met positieve jaarrekeningresultaten en winstafdracht van het grondbedrijf. Als we tekorten hebben moeten die uit de buffer worden betaald. De verwachting is dat de buffer negatief wordt. Dat wil zeggen dat, als we al onze geplande uitgaven doen, we vanaf 2026 geen geld meer hebben in de buffer. We hebben dus ook geen geld voor onbekende risico's.

  1. Het structureel Reëel begrotingsevenwicht (SRE)

Dit is het saldo van onze structurele baten en lasten. De incidentele baten en lasten tellen niet mee in dit overzicht. In artikel 203-1 van de Gemeentewet staat dat de provincie ons onder curatele moet stellen als dit saldo volgens het oordeel van het college van Gedeputeerde Staten, niet in evenwicht is. Het college van GS kijkt hierbij naar het begrotingsjaar. Dus voor de begroting 2025 kijkt GS naar het structurele saldo voor het jaar 2025. Dit overzicht namen we tot nu toe op in de bijlagen van de begroting  en jaarrekening, maar op 20 maart heeft GS ons een brief gestuurd. In deze brief vraagt GS ons om te zorgen voor een sluitend SRE. Daarom presenteren we dit nu ook in de kwartaalrapportage.

Deze pagina is gebouwd op 10/21/2024 12:04:47 met de export van 10/21/2024 11:37:51