3e kwartaal

Afwijkingen per risicogroep

In deze risicogroep staan de wijzigingen van de jeugdhulp, Wmo, welzijn, werk & inkomen en de opvang van vluchtelingen. We hebben de begroting van de jeugdhulp bijgesteld op basis van de werkelijke kosten over het eerste halfjaar 2024. We verwachten structureel € 3,5 miljoen hogere kosten. Wij stellen hiervoor extra budget beschikbaar, omdat we het onverstandig vinden om de bezuiniging van € 17 miljoen verder te verhogen. Verder heeft het kabinet de bezuiniging van € 511 miljoen op de jeugdhulp officieel teruggedraaid. De ontwikkeling van het jeugdhulpbudget is nu als volgt:

jeugdhulpbudget

bedragen x € 1 miljoen

* De staaf prijs betreft reguliere jaarlijkse indexatie van de tarieven, maar ook de hogere tarieven van nieuwe contracten. Dit betreft vooral de jeugdhulp met verblijf. Voor 2023 en 2024 hebben we nieuwe reële prijsafspraken hiervoor moeten maken. De staaf volume betreft de (toename van) kosten door duurdere en langere trajecten en de toename van cliënten. In 2025 moeten de kosten van trajecten dus € 5 miljoen afnemen ten opzichte van 2024.

Verder stellen we de kosten van de Wmo bij op basis van de werkelijke kosten. Hierbij zien we vooral dat er bij de Wmo-ondersteuning meer klanten zijn ingestroomd en de declaraties zijn toegenomen ten opzichte van 2023. Vorig jaar zijn de kosten door de nieuwe contracten en her-indicaties met ongeveer € 3 miljoen gedaald. Deze daling blijkt nu lager dan toen ingeschat.

Verder doen we nog diverse andere bijstellingen die hieronder worden toegelicht.

bedragen x € 1.000

omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

hogere kosten jeugdhulp

-4.500

-3.500

-3.500

-3.500

-3.500

Wmo ondersteuning

-1.000

-750

-400

-50

300

Wmo woningaanpassingen

-290

-170

-170

-170

-170

overheveling JGZ-taken naar GGD

-190

-190

-190

-190

bijstandsverlening (BUIG)

-2.286

hulp Oekraïners

2.391

Hotel- en accommodatieregeling (HAR) vergunninghouders

-206

energietoeslag 2023

300

totaal

-5.591

-4.610

-4.260

-3.910

-3.560

Hogere kosten jeugdhulp

bedragen x € 1.000

omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

a. hogere kosten GGZ

-3.200

-3.200

-3.200

-3.200

-3.200

b. hogere kosten jeugdzorg met verblijf

-300

-300

-300

-300

-300

c. nagekomen kosten niet gecontracteerde zorg 2023

-1.000

d. terugdraaien € 511 miljoen bezuiniging jeugdhulp

6.055

6.186

6.186

e. invullen bezuiniging jeugdhulp eigen bijdrage

-6.055

-6.186

-6.186

totaal

-4.500

-3.500

-3.500

-3.500

-3.500

We verwachten in 2024 totaal € 4,5 miljoen aan extra kosten, waarvan € 3,5 miljoen structureel. De belangrijkste oorzaken zijn:
• Jeugd GGZ: € 3,2 miljoen extra, voornamelijk door meer cliënten en langere behandeltrajecten. Ook is er € 0,9 miljoen extra voor FACT-teams, die jeugdigen met ernstige psychiatrische problemen ondersteunen. Voor de FACT-teams zijn medio 2023 contracten afgesloten.
• Jeugdzorg met verblijf: Dit komt vooral door hogere tarieven door kleinere groepen bij de jeugdzorg plus en een stijging van het aantal jongeren. Door de hoge kosten van de trajecten lopen de kosten bij een stijging van een beperkt aantal jongeren snel op.
• Niet-gecontracteerde zorg: € 1 miljoen nabetalingen voor 2023. Vanaf 2025 verwachten we deze kosten nagenoeg niet meer.

Veel kostenstijgingen komen doordat de voorgestelde maatregelen nog niet zijn doorgevoerd. In het afgelopen jaar is veel inzet gepleegd op het op orde brengen van de interne basis. Er is onder andere gewerkt aan dashboards voor meer sturingsinformatie, het op orde brengen van de bezetting, het maken van actuele procesbeschrijvingen en het terugdringen van niet gecontracteerde zorg. Daarnaast lopen er 2 inkopen voor jeugdhulp ( met en zonder verblijf ) en werken we met de partners aan de inrichting van stevige lokale teams.

Bij de implementatie van de contracten zit ook het doorvoeren van de voorgestelde maatregelen. In de nieuwe contracten zit de ontwikkelopgave die we met elkaar hebben stevig verankerd.  Voorbeeld is de ontwikkelopgave GGZ. Vanaf 2025 gaan we bij de GGZ strenger inzetten op meer groepsbehandeling ter vervanging van individuele behandeling. Ook dringen we het aantal aanbieders terug om tot betere sturing te komen op de inzet van dit product.

Voor de jeugdzorg met verblijf ligt vanaf 2025 de focus op het verminderen van zware residentiële zorg en het afschalen naar lichtere vormen. Maar ook op de uitstroom van 18-plussers. Belangrijke  voorwaarde is voldoende alternatieve woonruimte. Bij jeugdzorg plus zal gestuurd worden op een kortere behandelduur van jongeren omdat de kleinere groepen intensievere zorg kunnen bieden. De verwachting is dat dit effect pas op de langere termijn zichtbaar wordt.

Positief is dat door de stevige sturing de niet-gecontracteerde zorg in 2024 naar verwachting € 3 miljoen goedkoper is dan in 2023. Hierdoor blijven de verwachte kosten voor niet gecontracteerde zorg binnen de begroting. We blijven inzetten op verdere kostenverlaging via actief contractbeheer en de nieuwe contracten vanaf 2025.

We zien een voorzichtig positief effect op de onderdelen waar stevig op is gestuurd maar een kostengroei op andere onderdelen. Vanwege de genoemde oorzaken verhogen we het jeugdhulpbudget structureel met € 3,5 miljoen. De financiële opgave blijft groot. In 2025 moeten de zorgkosten € 5 miljoen lager zijn dan in 2024. In de grafiek in het begin van dit hoofdstuk is dit weergegeven (blauwe balk).  

We werken samen met aanbieders en verwijzers aan maatregelen, zoals ook opgenomen in het Raadsvoorstel transformatie jeugdhulp en inmiddels vastgelegd in de nieuwe contracten. Verder werken we de mogelijkheid uit voor het inperken van de reikwijdte van de jeugdhulp. Concreet gaat het om het niet meer aanbieden van bepaalde vormen van jeugdhulp. Dit is een hardere maatregel, die ook onderdeel uitmaakt van de landelijke hervormingsagenda.

Verder heeft het kabinet de bezuiniging van € 511 miljoen op de jeugdzorg teruggedraaid. In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet stond dit al. We krijgen via de septembercirculaire hiervoor € 6,2 miljoen vanaf 2026. Hiermee kunnen we bezuiniging 'eigen bijdrage jeugdhulp' in onze begroting invullen.

Wmo ondersteuning

bedragen x € 1.000

omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

a. kostengroei gecontracteerde zorg

-1.100

-1.000

-1.000

-1.000

-1.000

b. lagere kosten PGB

250

250

250

250

250

c. lagere eigen bijdrage

-150

d. extra geld voor volumegroei Wmo

655

1.310

1.965

e. inzet extra geld voor volumegroei Wmo

-305

-610

-915

totaal

-1.000

-750

-400

-50

300

a. Kostengroei gecontracteerde zorg
In het eerste halfjaar zijn de zorgkosten sterk gestegen, vooral bij het product begeleiding. Dit komt doordat mensen met een Wmo-indicatie meer gebruik maken van zorg. We verwachten dat deze stijging blijvend is. Het zorggebruik is door de nieuwe contracten en herindicaties in 2023 tijdelijk lager geweest. Het aantal cliënten steeg het eerste halfjaar ook met 5%, maar lijkt vanaf juli stabiel. We onderzoeken de oorzaak, mogelijk door een actie in het vierde kwartaal van 2023. We hebben bij de Programmabegroting 2024 een voordeel van € 3 miljoen ingeboekt op de Wmo. Dit voordeel blijkt door deze ontwikkelingen € 1 miljoen lager te zijn.

b. Lagere kosten PGB
Net als voorgaande jaren neemt het gebruik van PGB’s af. Dit kan komen door gesprekken waarin inwoners worden geholpen bij het kiezen van de juiste zorg. Zij kunnen nog steeds zelf voor een PGB kiezen.

c. Lagere eigen bijdrage
De inkomsten uit eigen bijdragen zijn lager dan verwacht. We rekenden op 6.200 betalende cliënten per maand, maar dit zijn er gemiddeld 5.600. Hierdoor is er een tekort van € 150.000. Dit nadeel is eenmalig omdat de begroting voor 2025 al is aangepast.

d/e. Extra geld voor Wmo-volumegroei
We houden rekening met een jaarlijkse groei van de Wmo-kosten van € 1 miljoen. Vanaf 2026 krijgen we € 0,65 miljoen per jaar extra via het gemeentefonds, omdat de overheid erkent dat er door vergrijzing meer geld nodig is. Voor Almere verwachten we dat we jaarlijks € 0,3 miljoen extra moeten reserveren voor volumegroei. Er kan € 0,35 miljoen per jaar vrijvallen.

bijstandsverlening (BUIG)

In 2024 verwachten we in totaal € 2,3 miljoen aan extra kosten voor de verstrekking van bijstandsuitkeringen. Dit komt doordat het gemiddelde uitkeringsbedrag per bijstandsontvanger ongeveer € 600 hoger is dan begroot. We verwachten wel gemiddeld 52 mensen minder in de bijstand te hebben dan begroot. Het gemiddelde uitkeringsbedrag in Almere is hoog omdat wij relatief weinig mensen hebben die naast hun uitkering part-time-inkomsten hebben. Het gemiddelde uitkeringsbedrag neemt nu verder toe. We zijn aan het onderzoeken wat de oorzaken zijn van de stijging van het gemiddelde uitkeringsbedrag.

Voor 2024 hebben we eerder al een incidenteel voordeel begroot van € 1,48 miljoen voor de afwikkeling van de TOZO-vergoeding 2020. Dit omdat de rechtbank de gemeente in het gelijk heeft gesteld in de rechtszaak tegen het ministerie van SZW hierover. Het ministerie had tegen deze uitspraak hoger beroep aangetekend. De minister heeft het hoger beroep ingetrokken. Dit is goed nieuws, omdat wij hiermee definitief in gelijk zijn gesteld en het al geraamde voordeel zeker is. Dit heeft daarom nu geen effect meer op de begroting.

Voor 2025 en verder gaan we er vanuit dat we uitkomen met het geld dat we van het Rijk ontvangen. Dit uitgangspunt hanteren we bij iedere begroting, ook als er voordelen zijn in het lopende jaar.

energietoeslag 2023

De regeling voor de energietoeslag is per 1 juli beëindigd. Er zijn minder aanvragen ingediend dan begroot. Daarom houden we € 0,3 miljoen over.

Hotel- en accommodatieregeling (HAR) vergunninghouders

Via de Hotel- en Accommodatieregeling (HAR) krijgen wij van het Rijk geld om vergunninghouders maximaal zes maanden in hotels te huisvesten. Na zes maanden moeten we de hotelkosten zelf betalen. Door een gebrek aan geschikte woonruimten zitten vergunninghouders bij ons langer dan zes maanden in een hotel. De extra kosten zijn naar verwachting € 0,2 miljoen. Het tekort is eenmalig, de kosten hebben voornamelijk betrekking op nagekomen kosten uit 2022 en 2023. Ook stopt de regeling per 1 januari 2025. We sturen erop dat alle vergunninghouders permanent zijn gehuisvest eind 2024. We verwachten daarom vanaf 2025 geen kosten.

hulp Oekraïners

We houden € 2,4 miljoen over van het geld dat we van het Rijk ontvangen voor de hulp aan Oekraïners. Dit was bij de 1e kwartaalrapportage 2024 ook al gemeld. Deze begrotingsbijstelling is toen via een amendement tegengehouden, omdat hiervoor direct een bestedingsvoorstel werd gedaan. We verwerken het daarom nu alsnog in de begroting. Ook verwerken we nu de lasten en baten voor 2025 in de begroting.

overheveling JGZ-taken naar GGD

Met ingang van 2025 gaan de JGZ-taken over naar de GGD. Het gaat om de wettelijke taak voor de jeugdgezondheidszorg, jeugdwelzijn- en preventie en de toegang en regie van de jeugdhulp. De medewerkers van de Zorggroep Almere die nu voor de JGZ werkzaam zijn zullen onder de gemeentelijke CAO komen te vallen, net zoals alle andere medewerkers van de GGD. De gemeentelijke CAO ligt hoger dan de CAO van de zorggroep Almere. Dit kost € 0,2 miljoen extra.

Wmo woningaanpassingen

Door prijsstijgingen zijn de kosten € 0,1 miljoen hoger en door een toename van het aantal woningaanpassingen stijgen de kosten met € 0,2 miljoen. De toename in woningaanpassingen komt door de krapte op de woningmarkt. Er zijn weinig passende woningen beschikbaar. Daarnaast speelt ook de vergrijzing een rol. Voor € 0,1 miljoen betreffen het duurdere en grotere woningaanpassingen. We bekijken of we deze kosten kunnen terugdringen. Dit sluit aan bij de bezuiniging op de Wmo die bij deze begroting wordt voorgesteld. Hierbij gaan we ook bekijken of we de regels voor woningaanpassingen kunnen verscherpen.

Deze pagina is gebouwd op 11/29/2024 13:09:00 met de export van 11/29/2024 13:01:58